Het Huis
De art deco-villa uit 1928 onthult een uitzonderlijke collectie kunstwerken, zeldzaam meubilair, gesigneerde tapijten, glas-in-loodramen, beelden en meesterwerken van Belgische en internationale kunstenaars, van de 15e tot de 20e eeuw. Dit huis-museum, een levend getuigenis van de periode tussen de twee wereldoorlogen in België en Europa, biedt een fascinerende duik in de artistieke geschiedenis. Aan de buitenkant harmonieert de typische architectuur van de Amsterdamse School met een art deco-interieur, wat een uniek geheel creëert dat is ontworpen door het echtpaar Van Buuren en gerenommeerde interieurontwerpers. De villa bloeit als een levend conservatorium, dat met passie het artistieke erfgoed bewaart door middel van een rijke collectie, die geschiedenis en kunst verenigt in een betoverende setting.
De Vestibule
Na het betreden van de villa verdwijnt de Nederlandse geest van de buitenarchitectuur en maakt plaats voor de typisch Franse karakter van het interieur. De deur van Braziliaans palissander en het glas-in-loodraam van Jaap Gidding (1887-1955) vinden weerklank in de twee dubbele deuren die naar de grote hal leiden. De vloer is van zwart en wit Carrare-marmer. Het radiatorrooster, eveneens van marmer, met zijn centraal geometrisch patroon in gesculpteerd brons, is vervaardigd door Studio Dominique.
De Hal en de Trap
Op de oorspronkelijke plannen waren de hal en de trapopgang kleiner. Maar in 1925, tijdens de Internationale Tentoonstelling van Decoratieve Kunsten in Parijs, koopt het paar de prachtige bronzen en glas-in-lood kroonluchter van Jan Eisenloeffel (1876-1957). De verhoudingen tussen de ruimte en het object worden niet langer gerespecteerd; David Van Buuren besluit de geplande logeerkamer op de verdieping te verwijderen om de hal te vergroten en de verlichtingsarmatuur te accentueren. "De Geknielde" van Georges Minne (1866-1941) staat prominent onderaan een trap die rondom het kunstwerk is ontworpen. De houten pendule van notenhout met inlegwerk en verguld brons is een familiestuk uit de 17e eeuw, gesigneerd door Johannes Duchesnes.
De Cosy Corner
Dit salon, gereserveerd voor lezen, dankt zijn naam aan de hoekbank genaamd "cosy corner". David Van Buuren, die oog had voor elk detail, zorgde ervoor dat er een speciaal kussen aan het einde van de bank was voor hun hond Patrocles. De zwarte labrador-marmeren schouwwand is op maat gemaakt om het werk “Marine de nuit” van Constant Permeke (1886-1952) en de vergulde bronzen haardijzers “Esprit du feu” van de Belgische kunstenaar Dolf Ledel (1893-1976) te huisvesten. De tapijten met geometrische vormen zijn een creatie van Jaap Gidding. Tussen drie stillevens van Henri Fantin-Latour (1836-1904) hangt het schilderij ‘De Val van Icarus’, toegeschreven aan de kring rond Pieter Bruegel de Oude (eind 16e eeuw). Het kleine cilindrische secretaire, ontworpen door Studio Dominique, combineert de exotische houtsoorten die typerend zijn voor art deco (palissander en sycamore) met metalen elementen.
De Muziekzaal
Omgeven door palissander zijn twee grote ramen met Japanse inspiratie, met zeer lage vensterbanken, die een prachtig uitzicht bieden op de Pittoreske Tuin van Jules Buyssens (1872-1958). De Van Buurens gaven vele concerten in deze zaal met een verhoogd plafond voor akoestische redenen. Jaap Gidding (1887-1955) laat zijn stempel op de ruimte drukken met de met de hand in gouddraad geborduurde wandtapijten, de piano en het tapijt met zeer avant-gardistische motieven. Een prachtige drievoetige lamp van de Belgische kunstenaar Maurice Gaspard (1890-1954) staat op de wandtapijten.
De Zwarte Salon
In september 1928 stelde Studio Dominique voor om de muren te bedekken met zwarte of blauwe linnen, maar David Van Buuren weigerde dit voorstel. De uiteindelijke keuze viel op zwart paardenhaar van de Cavalerieschool van Saumur, wat de salon zijn naam geeft. De kleurharmonie tussen "De Denker" van Kees Van Dongen (1877-1968) en het gemonogrammeerde tapijt van Jaap Gidding (1887-1955) is geen toeval. David Van Buuren bestelde een tapijt bij de Nederlandse ontwerper en gaf aan de wens te hebben om dezelfde kleurenpalet als op het schilderij te verkrijgen. De prominente plaats van "De Herder" van Gustave van de Woestyne (1881-1947) getuigt van het belang dat David Van Buuren hechtte aan zijn vriend en schilder uit Laethem-Saint-Martin.
De Eetkamer
De Van Buurens kiezen voor wit sycomore uit Jeruzalem, omlijst door een rand van Macassar-ebbenhout. De inrichting van de eetkamer is een opdracht aan de Belgische meubelmaker Joseph Wynants. Boven een dressoir met een blad van Labrador-marmer hangt een prachtige wandtapijt van Jaap Gidding (1887-1955) waarin het thema van de vier elementen op een futuristische wijze wordt behandeld. Het geheel van de vijf tapijten die de Botanische Galerie vormen, is vervaardigd door de Franse Maurice Dufrêne (1876-1955). Aan het plafond, tussen de brede zichtbare balken, zijn drie lampen van wit glas met Amsterdamse glas-in-loodramen bevestigd, speciaal voor de eetkamer ontworpen. Ten slotte zijn er zes stillevens, geschilderd op opdracht door Gustave van de Woestyne (1881-1947) tussen 1928 en 1931.
Het Bureau
De sfeer in de ruimte is gedempt, met donkere tinten. Het kleine glas-in-loodraam van Jaap Gidding (1887-1955) "De Sterrennacht" geeft het bureau een mystieke uitstraling. Het wollen tapijt is ook gemarkeerd door Jaap Gidding. Het belangrijkste element van deze inrichting is ongetwijfeld het halfronde bureau in verniswalnoot, uitgevoerd door Studio Dominique naar een ontwerp van David. Het bestaat uit een dubbel blad bekleed met een galuchat inktblad.
Het Atelier
De werkruimte ademt een sfeer die ver verwijderd is van de art deco-stijl. David kwam hier om te schilderen of te tekenen. De stijl is eclectisch: de meubels, schilderijen en objecten variëren van de 17e eeuw tot het heden. In een vitrine is een grote zilveren sleutel te zien, die de opening van het Collegium Fabiolanum in Jeruzalem symboliseert. Dit werd volledig gefinancierd door Alice Van Buuren en ontvangt nog steeds wetenschappelijke missies.